Nieuws

Hervorming bedrijfsbelastingen

8 juli 2021

Vanavond wordt op de commissie de hervorming van de bedrijfsbelastingen voorgesteld. Waarom was een hervorming volgens het stadsbestuur nodig? Lees het hieronder.

De huidige bedrijfsbelastingen bestaan uit een belasting op bedrijfsvestigingen, op motoren en opslagplaatsen. Ze zijn niet alleen een kluwen voor zowel bedrijven als onze administratie, ze zijn ook verouderd en dus niet langer betekenisvol voor het bepalen van de financiële draagkracht van een bedrijf en de omvang van hun activiteiten. Zo deed het er bijvoorbeeld niet toe of de motoren dag en nacht draaiden of slechts 10 minuten per dag.

Daarom werkten we sinds begin 2020 aan een modernisering van de bedrijfsbelasting. Door corona werd de invoering ervan een jaar opgeschoven maar nu voeren we dus een nieuwe bedrijfsbelasting in die duidelijker en meer fair is.

Die nieuwe bedrijfsbelasting heeft 2 grondslagen: de oppervlakte van het bedrijf (met een vrijstellingsgrens van 500m2), omdat dat een stabiele maatstaf is voor de omvang van activiteiten én het energieverbruik (met een vrijstellingsgrens van 1 miljoen Kw/uur). Ook dat is immers een goede indicator van omvang van de bedrijfsactiviteiten en dus ook de draagkracht. Op die manier belonen we ook bedrijven die inspanningen doen om hun energieverbruik te verminderen of die inspanningen doen om lokale groene energie te gebruiken. En dat is op zich natuurlijk weer goed voor het milieu en de klimaatuitdagingen.

Waarom nu?
De invoering van deze hervorming werd een jaar uitgesteld door corona. Daarnaast werd vorig jaar ook 7 miljoen euro aan bedrijfsbelastingen kwijtgescholden en met de acties uit het relanceplan economie investeren we 1,4 miljoen euro in onze ondernemingen. Intussen wordt weer aangeknoopt met economische groei. De Nationale Bank van België gaat uit van een economische groei van 5,5% in 2021, het ondernemersvertrouwen is in juni gestegen tot het hoogste niveau sinds 1980, het consumentenvertrouwen zit in stijgende lijn net als het aantal starters in onze stad en het aantal niet werkende werkzoekende zit op het laagste peil in 10 jaar tijd.

Uiteraard zijn er sectoren die het nog moeilijk hebben. We hebben een duidelijke keuze gemaakt om bedrijven kleiner dan 500 m2 niet te belasten, zo worden bijvoorbeeld onze horecazaken gespaard. Een andere duidelijke keuze is om het energieverbruik pas vanaf 1 miljoen kwh te belasten. Dat is goed voor een equivalent van 2500 laptops of computers.

Om alles in perspectief te zetten:
We budgetteerden een inkomst van 22,8 miljoen via deze bedrijfsbelasting. Inwoners betalen via de opcentiemen in de inkomstenbelasting 84 miljoen euro aan de stad en via onroerende voorheffing komt daar nog eens 112 miljoen euro bij. Samengeteld is dat dus bijna 200 miljoen euro die Gentenaars betalen. Het lijkt me fair dat bedrijven, net als inwoners, bijdragen tot de kosten van de stedelijke dienstverlening en dat vanaf nu dus op basis van hun draagkracht.

Wat doen we met die belastingen?
We vragen aan bedrijven groter dan 500m2 een bijdrage voor het economisch beleid dat we voeren.

Net zoals dat inwoners belastingen betalen voor de stedelijke dienstverlening waar ze gebruik van maken. Stad Gent zet sterk in op haar economisch beleid. We hebben via het OOG een goed uitgebouwde dienstverlening. Maar er gaan ook vele miljoenen naar belangrijke infrastructuurwerken. De geplande Coca Cola-weg en de Drieselsstraat zijn maar twee voorbeelden die van rechtstreeks groot belang zijn voor twee van onze belangrijkste bedrijven. Een ander voorbeeld is de Alinsoweg die we versneld kunnen realiseren. Ook in acquisitiedossiers zoals J&J op het Eiland Zwijnaarde biedt Stad Gent een goeie ondersteuning. Een ander voorbeeld is het speerpuntenfonds van 5 miljoen euro waarmee we denken een veelvoud aan fondsen te verwerven voor de Gentse economie. Met de bedrijfsbelastingen dragen bedrijven dus bij tot de kosten van de stedelijke dienstverlening, op basis van hun draagkracht.