Nieuws

Ode aan Omar

30 maart 2021

Enkele dagen geleden verliep de avond niet zoals gepland. Na een hectische dag vertrek ik rond 18u met mijn wagen vanuit Parking Vrijdagsmarkt naar huis. Op de drukke Nieuwevaart in Gent beslist mijn oude Volvo echter dat het welletjes is geweest. Ik val stil midden op de rijweg. Paniek, vlug de gevarenlichten aan en heel wat getoeter van ongeduldige automobilisten achter mij.

Terwijl ik wel tien keer probeer mijn wagen aan de praat te krijgen en me nog aan het afvragen ben hoe ik zo snel mogelijk van deze drukke weg kan afraken, stopt enkele meters verder een kleine wagen. Een man, een jaar of dertig, met een vriendelijke uitstraling stapt uit en biedt hulp aan. In zo goed als vlekkeloos Nederlands instrueert hij me in de auto te gaan zitten, hij zal de wagen op de parkeerstrook duwen.

Zo gezegd, zo gedaan. Opgelucht bedank ik hem voor de hulp en sta ik al klaar met de gsm in de hand om hulplijnen in te schakelen. Touring assistance, de garage, … dit lukt me wel. Maar de man blijft bij me en probeert me verder te helpen. “Ik ben Omar”, zegt hij. Omar woont in Aalst maar komt speciaal naar Gent voor Iraans brood, waar hij gek op is. Omar is vastberaden me te helpen. Hij kijkt mijn oliepeil na, de koelvloeistof, de batterij,… Hij parkeert zijn eigen auto dicht bij de mijne, startkabels worden erbij gehaald, …. maar niets werkt. Mijn wagen lijkt de geest te hebben gegeven. Zichtbaar teleurgesteld vertelt hij me na drie kwartier. “Het spijt me, niets werkt, het zal wellicht de computer zijn en daar kan ik niet aan en ken ik ook niets van. “

Ik kan niet anders dan Omar hartelijk bedanken terwijl hij zijn handen probeert schoon te maken met wat water uit een fles. Ik zwaai hem na als hij wegrijdt in zijn kleine Corsa, dankbaar voor deze vreemde man die me een uur van zijn tijd en moeite gaf. Misschien waren mensen thuis in Aalst op dat lekkere brood aan het wachten maar Omar gaf er de voorkeur aan een wildvreemde te helpen.

De komende uren gaat mijn avontuur verder. Touring Assistance komt kijken, nog een uur later wordt de takelfirma erbij gehaald, de wagen wordt bij de garage gezet en ik word helemaal tot in Erpe–Mere gereden om een vervangwagen op te halen. En hoewel elke stap van dit proces correct en zelfs vriendelijk verloopt, geeft het me niet hetzelfde gevoel als de onbaatzuchtige charme van Omar uit Aalst.

’s Avonds laat, na een laat avondmaal en mijn verhaal te hebben gedeeld met mijn man, kruip ik moe in mijn bed. Ik lees nog enkele bladzijden uit het boek dat op de nachttafel ligt. “De meeste mensen deugen” van Rutger Bregman. En net voor de slaap me overmant, bedenk ik met het beeld van Omar voor ogen: “Het zal wel zijn, de meeste mensen deugen”.